De kracht van organisch leiderschap
12 juni 2025
•7 minuten
Uitgeroepen tot een van de beste dienstverleners van 2024!
Bekijk de MT1000Uitgeroepen tot een van de beste dienstverleners van 2024!
Bekijk de MT1000De kracht van organisch leiderschap
Leidinggeven als een levend systeem
Ronald van der Molen
2021, Boom Uitgevers
Onlangs liep ik met mijn collega Sander Boon door het voedselbos bij Haarzuilen. Een duurzaam voedselproject dat meer dan 5 hectare rivierklei bevat en een grote verscheidenheid aan noten, fruit, bessen en kruiden. Dit voedselbos, onderhouden door natuurliefhebbers, lijkt op een wilde tuin vol verrassingen.
Sander begeleidde ons als team en nam ons, met oefeningen, al wandelend mee door het bos. Een mooie parallel met de wijze waarop wij in teams samenwerken. Een van de inzichten: het opzetten van het voedselbos is vergelijkbaar met het opzetten van een team. Je start met pioniersbomen aan de randen van het bos, om zo de groei mogelijk te maken voor de rest van het bos. Pioniersbomen (wilg, berg, els, populier, es en kornoelje) houden de rest namelijk uit de wind, waardoor de andere gewassen tot groei komen.
Dit lijkt aan te sluiten bij een kenmerkende uitspraak van de auteur van het boek, namelijk:
“Een leider hoeft niet de slimste van het stel te zijn. Hij of zij moet vooral de omstandigheden creëren waarin het beste in anderen naar boven komt.”
Ronald van der Molen
Deze uitspraak van Van der Molen spreekt mij wel aan. Dit biedt namelijk een fantastisch perspectief voor het ontluiken van potentieel in anderen, in je MT. Of om een voedselbos tot ontwikkeling te brengen.
In zijn boek biedt Van der Molen handvatten om dit potentieel aan te boren en maakt hij gebruik van de metafoor van de natuur. Een interessante en inspirerende vergelijking, waarin hij ook niet schroomt om bestaande managementtheorieën en modellen te hergebruiken.
De meeste organisaties worden nog steeds bestuurd alsof ze machines zijn: voorspelbaar, beheersbaar en met één bestuurder aan het roer. Ronald van der Molen zet daar een radicaal ander perspectief tegenover: leiderschap als iets levends. Niet mechanisch, maar organisch. Niet sturen, maar voeden. Niet beheersen, maar laten groeien.
In De kracht van organisch leiderschap onderzoekt Van der Molen hoe we organisaties kunnen leiden zoals we een tuin onderhouden: met aandacht, vertrouwen en oog voor natuurlijke ritmes. Hij stelt dat de complexiteit van deze tijd vraagt om een andere manier van kijken, denken en handelen. Een manier die ruimte laat voor chaos, verandering en collectieve wijsheid.
In een tijd waarin klantbehoeften en maatschappelijke verwachtingen razendsnel veranderen, schiet traditioneel leiderschap tekort. Van der Molen introduceert in dit boek het concept van organisch leiderschap: een manier van leidinggeven die zich laat inspireren door ecosystemen in de natuur. In plaats van controle en hiërarchie draait het om verbinding, aanpassingsvermogen en zelforganisatie.
Van der Molen stelt dat de belangrijkste taak van een leider is om meer leiders te scheppen. Hij biedt concrete handvatten om het zelforganiserend vermogen van medewerkers te versterken, zodat zij met meer autonomie, bevlogenheid en creativiteit kunnen bijdragen aan het succes van de organisatie.
Het boek is opgebouwd rond vijf natuurlijke groeifasen (ontginnen, zaaien, kiemen, groeien, bloeien en vrucht dragen) en tien grondbeginselen van organisch leiderschap. Deze principes helpen leiders om een omgeving te creëren waarin mensen floreren.
Het boek bouwt zijn gedachtegoed op aan de hand van vier leidende principes die samen een sterk raamwerk vormen voor organisch leiderschap: leid als een tuinier, stimuleer collectieve intelligentie, verbind bovenstroom en onderstroom en voed vitaliteit.
De leider als tuinman: hij ploegt niet zelf de grond om, maar zorgt voor de juiste voedingsbodem waarin mensen en teams tot bloei komen. Dat betekent: ruimte geven, belemmeringen wegnemen, beschermen wat kwetsbaar is en vertrouwen hebben in het groeiproces. Of zoals Van der Molen het noemt: van ‘controle’ naar ‘condities scheppen’.
Een leider hoeft niet alles te weten. Sterker nog, leiderschap floreert pas echt wanneer je het denken, weten en besluiten breed verankert. Door te werken met gedeelde reflectie, diversiteit van stemmen en co-creatie, ontstaat er een krachtig zelflerend vermogen in het systeem. Groepswijsheid boven individueel gelijk.
Veel leiders blijven hangen in structuren, processen en KPI’s. Maar de echte kracht (of weerstand) van een organisatie zit vaak in wat je niet ziet: emoties, overtuigingen, gewoontes. Van der Molen laat zien hoe je als leider leert luisteren naar de onderstroom, om van daaruit duurzame beweging te creëren.
Organisaties zijn pas echt toekomstbestendig als mensen zich vitaal voelen. Dat vraagt om veiligheid, autonomie, zingeving en verbondenheid. Van der Molen geeft handvatten om die vitaliteit bewust te versterken via rituelen, reflectie, waarderende gesprekken en betekenisvolle ontmoetingen.
De auteur illustreert deze principes met praktijkvoorbeelden van organisaties zoals Bakker van Maanen, GGD West-Brabant, Buurtzorg, Bunnik Plants en Incentro. Deze organisaties hebben managementlagen afgeslankt en werken met autonome teams die zich organiseren rondom klantbehoeften.
Dit boek sluit naadloos aan op TWST’s visie op mensgericht leiderschap. De rol van de leider verschuift van zender naar ontvanger, van planner naar ruimtegever, van controleur naar katalysator. En daarmee komt ook de nadruk te liggen op wat niet maakbaar is, maar wel mogelijk is, als je tenminste durft los te laten.
De metafoor van de tuinier is niet alleen beeldend, maar ook verhelderend: wat geef jij water, wat snoei je terug, wat laat je met rust? Leiderschap wordt zo geen positie of set van vaardigheden, maar een levende praktijk van aandacht, afstemming en vertrouwen.
Het boek biedt taal voor wat veel leiders intuïtief al voelen: dat de oude modellen knellen. En dat groei en verandering niet ontstaan door harder duwen, maar door beter luisteren.
Een opvallende uitspraak:
“Er bevinden zich meer hersenen buiten je hoofd dan erin.”
Daarmee bedoelt hij dat leiders niet alles zelf hoeven te weten of beslissen. De collectieve intelligentie van het team is vaak krachtiger dan die van de leider alleen.
Ook bijzonder is de nadruk op ritmisch organiseren: net als in de natuur zijn er periodes van groei, rust, bloei en oogst. Leiders doen er goed aan om deze natuurlijke ritmes te herkennen en te benutten in plaats van continu op maximale output te sturen.
Ja. Zonder twijfel. Voor leiders die niet alleen willen presteren, maar ook willen verduurzamen. Die zoeken naar manieren om beweging te brengen in vastgelopen structuren. En die beseffen dat hun eigen leiderschap niet los te zien is van het grotere systeem waarin ze opereren. Voor iedereen die op zoek is naar een duurzame, mensgerichte en toekomstbestendige manier van leidinggeven. Het biedt geen rigide modellen, maar een inspirerende visie en praktische tools om leiderschap te laten bloeien in elke laag van de organisatie. Of je nu leidinggevende bent, coach of veranderaar: dit boek helpt je om meer leiders te scheppen in plaats van volgers te verzamelen.
De kracht van organisch leiderschap is geen snelle managementhap. Het vraagt aandacht, reflectie en soms ook ongemak. Maar het levert iets op wat zeldzaam is in leiderschapsboeken: echte diepgang én praktische toepasbaarheid.
Als jij ook …
…dan is dit boek meer dan een aanrader. Het is een uitnodiging om anders te kijken en anders te leiden.
Zie hier in een nutshell een grappige samenvatting van boek:
Of wil je luisteren naar een door TWST gemaakte podcast gemaakt met NotebookLM in 7 minuten, dan kan dat via Notebook!
Dictus heeft de tijd.