Menu

Perceptieverschillen in de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer

15 december 2022

5 minuten

Deel artikel

Perceptieverschillen in de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer
Christian van der Krift
2020
Eindhoven University of Technology Library

De oorzaak van veel van de perceptieverschillen tussen opdrachtgever en -nemer? Gebrekkig mensenwerk. Zo maakt de auteur aan het begin van het boek meteen een fors statement, als hij het heeft over het feit dat meer dan de helft van de automatiseringsprojecten mislukt. In de sectoren Bouw en de Infrastructuur zijn volgens hem vertragingen en budgetoverschrijdingen aan de orde van de dag. Het verergert vooral als de opdrachtgever c.q. inkoper een formele toon aanslaat. Deze toon vergroot de afstand tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.

Vervelend. Maar wat kunnen we daar aan doen?

De kern

Veel (grote) organisaties werken in projecten. Projectmanagement is een bijzonder uitdagend vak. Bij grote projecten zijn meerdere partijen/organisaties betrokken, op basis van hun specifieke inhoudelijke kennis en kunde. De onderlinge afhankelijkheid is groot. De kwaliteit van de samenwerking een belangrijke succesfactor.

Met wetenschappelijk onderzoek toont de auteur aan dat percepties in de samenwerking tussen opdrachtgever en -nemer tijdens het project sterk van elkaar kunnen verschillen. Onder perceptieverschillen verstaat de auteur: de mate waarin de waarneming van opdrachtgever en opdrachtnemer verschilt t.o.v. belangrijke aspecten van het project. Deze verschillen laten een project lijden.

Conflicten ontstaan al snel. Daarom is (kennis)uitwisseling essentieel om een fiasco te voorkomen. Want perceptieverschillen vormen vaak de basis voor conflicten en een slechter wordende relatie. En daarmee tot slecht renderende projecten.

In complexe projecten doen beide partijen er goed aan om het lerend vermogen te versterken. De auteur rijkt daartoe het instrument van projectevaluaties aan. Uit zijn onderzoek komt naar voren dat betere resultaten te behalen zijn als partijen percepties delen tijdens een projectevaluatie. De auteur heeft daarvoor en zogenaamde Perceptiemeter ontwikkeld. De toepassing van dit praktische instrument maakt duidelijk dat perceptieverschillen gedurende een project zowel kunnen toe- als afnemen.

Om de Perceptiemeter goed tot zijn werking te laten komen, pleit de auteur voor stewardshipgedrag. Beide partijen nemen dan een zodanige houding aan dat zij zich identificeren met elkaar. Ze staan open voor het gezamenlijke belang, elkaars belangen én de opdrachtnemer wordt voldoende betrokken in de besluitvorming. Deze houding leidt tot verkleining van perceptieverschillen. De auteur legt daarmee de agency benadering (handelen uit eigenbelang, opportunistisch gedrag, controleren en checken) naast zich neer.

Al met al komt de auteur met 4 aanbevelingen:

  1. Versterk het lerend vermogen;
  2. Maak gebruik van projectevaluaties om expliciet stil te staan bij de samenwerking;
  3. Zorg er als hoger management voor dat er psychologische veiligheid is om goede implementatie van projectevaluaties te verzekeren;
  4. Stimuleer het leren over de projecten door gebruikmaking van projectevaluaties. Zorg voor interpersoonlijke vaardigheden van medewerkers en hoger management om beter feedback te geven en te ontvangen. Stimuleer de vaardigheden om de juiste vragen te kunnen stellen voor het vergroten van onderling begrip, om zo op één lijn te komen als opdrachtgever en -nemer.
De TWST

Volgens de auteur leidt het toepassen van projectevaluaties tot betere kwaliteit van de relatie en tot betere projectresultaten. Hij maakt daartoe onderscheid in input-, proces- en outputcriteria.

Het blijkt dat de meeste organisaties gebruikmaken van procescriteria. Daarmee wordt bedoeld: kijken naar activiteiten, interacties en interpersoonlijk gedrag tussen het projectteam van opdrachtgever en het projectteam van de opdrachtnemer én tussen de leden van deze teams gedurende de projectuitvoering. Opvallend is dat er geen bewijs is dat het gebruik van deze criteria leidt tot betere projectuitkomsten. In tegenstelling tot gebruikmaking van de input- en outputcriteria, waar dat wel het geval is.

Hoe complexer en kennisintensiever de dienstverlening is, des te meer maakt de kwaliteit van de relatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever het verschil.

Het periodiek inventariseren van de verschillen (op ambitie, visie, doelstellingen) bevordert de samenwerking, maakt de kans van slagen groter. De twist zit hem erin dat beide partijen vaak niet gebrand zijn op het analyseren en bespreekbaar maken van de perceptieverschillen, omdat een open leerhouding ontbreekt. Daartoe wordt de Perceptiemeter aangeboden.

Maar werkt een ‘hard instrument’ als er op de ‘zachte kant’ geen juiste houding aanwezig is? Mogelijk volstaat een periodieke, ‘simpele’ analyse, over het teamfunctioneren van opdrachtgever en opdrachtnemer met de piramide van Lencioni. Lerend vermogen wordt namelijk het sterkst aangezet door reflectie. Projectevaluatie draagt daartoe bij maar is maar een instrument. De meeste winst valt te behalen met een mindset van continu willen leren en verbeteren. Belangrijk dus om dat te activeren. Dat vraagt om goed leiderschap!

Must read

Hmmm ja. Het is een handzaam boekje. Heeft een wetenschappelijke basis en kan je helpen bij complexe projecten. Met name (infrastructurele) bouw- en IT projecten kun je hiermee beter laten renderen, met minder gedoe. De inzichten zijn duidelijk verwoord en heel praktisch gemaakt met bijvoorbeeld de Prestatiemeter als handig hulpmiddel. Hiermee biedt de auteur een ‘eenvoudig’ instrument dat de kwaliteit van de relatie bespreekbaar kan maken en helpt te verbeteren.

Als jij ook wil dat:

Dan is dit boek iets voor jou.

PS Op Youtube licht de auteur het gebruik van de Perceptiemeter in verschillende video’s toe of ga naar de site www.perceptiemeter.nl voor meer informatie.

MENU
Contact
info@twst.nl 035 7600 460