Gestart vanuit purpose, aan het werk vanuit het hart: Kennedy Van der Laan
Een advocatenkantoor dat vanuit purpose is ontstaan, houdt dat stand in een wereld waarin hiërarchie, carrière maken en aanzien deel lijken te zijn van het DNA van de beroepsgroep? Gelukkig wel, vinden we bij TWST. Advocatenkantoor Kennedy Van der Laan bewijst al sinds 1992 dat het kan.
Het advocatenkantoor Kennedy Van der Laan kijkt verder dan de eigen juridische bubbel en wil een bijdrage leveren aan het verbeteren van de wereld. Wij spraken CEO Joost Linnemann en HR director Désirée Smael over hun persoonlijke purpose en het belang van purpose in de organisatie.
De ene organisatie besluit purpose toe te voegen, bij een ander komt het echt van binnenuit en komt het vanuit de tenen. Bij Kennedy Van der Laan is dit laatste absoluut het geval. “Volgens mij waren wij al purpose driven voor iemand er ooit van had gehoord,” vertelt Linnemann lachend. “En dat komt doordat de oprichters hun steentje al wilden bijdragen en zich daar ook hard voor maakten. Onderwerpen als duurzaamheid en inclusiviteit speelden al vanaf het begin een belangrijke rol. Bovendien was Marian Kennedy Amerikaanse en daardoor heel direct en informeel. We zaten ook veel in de IT wat eveneens een informelere sector is.”
Kennedy Van der Laan wil de wereld beter maken
Het kantoor is niet begonnen omdat de advocatuur een handige manier is om veel geld te verdienen. “We willen met de talenten die we hebben de wereld écht een beetje beter maken. Door ons vak heel goed uit te oefenen, onze cliënten te helpen en ervoor te zorgen dat die cliënten, onze collega’s en de wereld daar een klein beetje beter van worden,” licht Linnemann toe.
Bij de oprichting hebben ze dat ook vast laten leggen in een grondwet. De waarden die die daarin zijn vastgelegd zijn als volgt:
Het is de blauwdruk voor de purpose van de organisatie.
Goed staat voor inhoudelijk top zijn. Om een verbeterslag te kunnen maken, moet je werk van goed niveau zijn. Leuk staat voor hoe ze met elkaar en met cliënten omgaan. “Zeker bij de oprichting was de algehele advocatuur heel hiërarchisch. Ik sprak ooit iemand die na drie jaar alleen maar met zijn patroon had gecommuniceerd via memo’s,” vertelt Linnemann. “Dat wilden wij absoluut niet. Wij zijn wel commercieel, maar willen dat niet op een asociale manier doen.”
Een mooi streven. Maar hoe vertaalt zich dit naar de praktijk?
De lol van succes
De lol van succes
Cliënten kiezen voor purpose, maar doen dat lang niet altijd echt bewust
Een advocaat krijgt de cliënt die hij verdient, horen we meer dan eens. “Maar als dat zo was dan hadden we enkel de Tony Chocolonely’s en specifieke banken van deze wereld als client gehad omdat dit bij onze purpose past. De realiteit is dat het vaak veel toevalliger is. Vaak gaan cliënten op zoek naar individuele kwaliteiten van een advocaat of bepaalde expertisegebieden.”
Linnemann: “We werken veel aan zaken die ertoe doen. Door de thema’s die we aansnijden, maar ook door de manier waarop we een zaak behandelen. Als je privacy als grondrecht bijvoorbeeld heel belangrijk vindt, dan kun je bij Bits of Freedom gaan werken of je kunt advocaat van big tech zijn en in je advisering het gesprek aan gaan. Wij gaan voor dat laatste.”
“We weten niet of cliënten door onze purpose voor ons kiezen, maar als je bij ons bent, moet je ervaren wat wij bedoelen,” beaamt ook Smael. “Vroeger kreeg het managementteam bij aanbestedingen vaak de vragen: wat kost het en waar ligt jullie expertise? Nu gaat het steeds vaker ook over de verdeling mannen en vrouwen, inclusiviteit. Als die trend zich voortzet, dan krijgen we steeds meer het type client dat bij ons past.”
Kennedy Van der Laan doorleeft de purpose
Deze waarden zijn ook op persoonlijk vlak belangrijk voor de organisatie.
Smael: “We beoordelen toekomstig werknemers op de aanvulling die ze kunnen zijn. We proberen ook echt te sturen op wat iemand moet ontwikkelen en hoe wij daarbij kunnen helpen. We moedigen mensen aan om te komen met eigen ideeën, initiatieven. In onze cultuur zit dat ook heel erg ingebakken. Mensen zijn niet bang om zich te laten horen als ze een goed idee hebben.”
Die ontwikkeling ervaren Linnemann en Smael ook zelf.
Smael: “Een heldere bedrijfsdoelstelling werkte voor mij bij een vorige werkgever als een trein maar in the end raakt het mij niet in het hart. Het houdt mij niet continu scherp en gemotiveerd omdat ik op een gegeven moment denk ‘daar gaan we weer’. Ik vind het fijn dat we hier niet alleen voor doel A, B en C gaan. Dat we iets vanuit het hart doen. Dit is iets wat altijd in de vezels van onze organisatie zit en ook in mij. Ik geloof erin dat het motiverend is voor mensen en dat het motiverend blijft.”
Linnemann: “Wat ik zo gaaf vind aan werken in een kantoor als het onze is dat het appelleert aan dingen die je in het leven belangrijk vindt. Bij ons loopt werk en privé soms door elkaar omdat het aan het hart gaat. Daar moeten we natuurlijk ook voorzichtig mee zijn, zodat iedereen gezond blijft.”
In de praktijk gaat het met de purpose ook nog wel eens mis, vertelt Smael. “Bij een kleine adreswijziging zijn bijvoorbeeld laatst allemaal nieuwe visitekaartjes gedrukt. Daarvoor was bij wijze van spreken een half amazonewoud gekapt. Dan heb je de purpose van het verbeteren van de wereld even niet voor ogen.”
Ook ambities?
Dictus bespreekt ze graag!