Tussentaal
Marijke Spanjersberg
2022
Marijke Spanjersberg & Uitgeverij IJzer
En zo begint het: Je hebt een bijzonder boek in handen…de zoektocht naar tussentaal, de taal die de relatie tussen mensen beschrijft, is een ongemakkelijk feest der her-kenning. Dit boek verwart en maakt inzichtelijk, veroorzaakt ongemak en relativeert, biedt lucht en beneemt je van tijd tot tijd de adem.
Marijke Spanjersberg schrijft dat ze als adviseur voortdurend te maken heeft samenwerkingsvraagstukken. Waarbij de nadruk vaak op het individu wordt gelegd: de directeur heeft geen strategisch inzicht, MT lid creëert een psychologisch onveilig klimaat, enz. Onze maatschappij is erg individualistisch stelt Marijke vast. Daardoor wordt bij conflicten in bedrijven er vaak vanuit gegaan dat een probleem bij het individu ligt. Ons hele taalgebruik is daar eigenlijk op ingesteld. Met het boek Tussentaal, een nieuwe taal, maakt Marijke inzichtelijk hoe we in organisaties beter onder woorden kunnen brengen wat er allemaal samenhangt met een conflict, los van het individu.
Marijke maakt zich zorgen over ‘indikking van ons moderne taalregister tot de maakbare mens die vooral ondernemer van zichzelf is geworden. Zij wil juist niet de (individuele) diepte, maar de breedte in. Kijken naar de functie van taal tussen mensen: tussentaal. Niet in het individu kijken, maar naar wat er tussen mensen gebeurt: de relatie staat centraal. Een unieke, andere kijk.
De kern
Marijke’s inspiratie voor dit boek ontstond toen ze merkte dat het vaak in organisaties moeilijk is om die andere kijk in de praktijk om te zetten in woorden. Organisaties zijn gewend te kijken naar individuen die het verschil moeten maken en daar is veel taal voor. Met groot gemak wordt gesproken over ambities, talenten, tekortkomingen. Dit wordt ‘binnen-taal’, genoemd. Taal die kijkt naar onze binnenkant als mens. Als we willen benoemen wat zich tussen mensen afspeelt, is er een veel minder rijk taalregister. Voor het ontwikkelen en gebruiken van die ‘tussentaal’ vormt het boek een pleidooi”.
Het boek is een verhaal in 3 delen. In deel 1 gaat het over zoeken van oplossingen voor uitdagingen in de samenwerking, organisatieontwikkeling, verbetertraject of leiderschap in het individu. Een kritische reflectie van het ‘in-mensen-kijken-paradigma.
In deel 2 gaat het over een bieden van een taal tussen individuen. De relatie staat centraal. Marijke biedt theorieën, methoden, experimenten aan. Dit deel is meer praktijk-geïnspireerd. Zij laat verschillende vormen van tussentaal de revue passeren. Om er 1 uit te lichten, die van patroontaal. Niet kijken naar individueel gedrag, maar naar patronen tussen mensen. Bijvoorbeeld. Een patroon waarbij een individu heel veel praat en uitlegt, en een ander individu vaker zwijgt. Hoe meer de CEO praat, hoe meer het bestuurslid zwijgt; en hoe meer het bestuurslid zwijgt, hoe vaker de CEO nog meer gaat praten. Dan volgt vaak het verwijt naar elkaar: ‘Jij praat zo veel. Ja, maar jij zegt nooit wat. Marijke stelt dat door patroontaal te gebruiken, vermijden we verwijten heen en weer en slagen we erin ongelukkige patronen te doorbreken, waardoor de relatie tussen beide individuen beter wordt. Ook spelregeltaal is een voorbeeld van kijken naar het collectief in plaats van het individu. “Als in een MT iemand geregeld afwezig is bij periodieke vergaderingen, wekt dat vaak irritatie. Het betreffende MT lid e wordt bijvoorbeeld gepercipieerd als ongeïnteresseerd. In plaats van te zeggen ‘hij/zij is vaak afwezig’ met een beschuldigende ondertoo; kun je zeggen ‘hij/zij is vaker afwezig dan de anderen prettig vinden’. Dat creëert ruimte om met elkaar spelregels te maken over aanwezigheid, spelregels die voor iedereen eerlijk voelen en die de groep bij elkaar houden.
Het derde deel van Tussentaal is een open brief aan de lezer. Hierin roept Marijke de lezer op om zelf op zoek te gaan naar mogelijkheden om tussentaal te gaan gebruiken.
De TWST
Van persoonlijk falen en die iedereen de schuld geven als iets niet goed gaat, naar het ontschuldigen van mensen. Daar zit een twist. Waarschijnlijk herkenbaar: de taal die we vaak bezigen is een taal van persoonlijk falen, van menselijk tekort, van oorzaak en schuld.